06 - 43986460 info@psychologenpraktijknova.nl | Gozelinusbocht 64, 5531 KL Bladel

Bewezen effectief

Persoonlijke benadering

Behandeling op maat

Voor wie en welke klachten is Psychologenpraktijk Nova?

Stel, u voelt zich belemmerd in uw functioneren of u bemerkt een stagnatie in uw persoonlijke groei. De relatie met uw partner, familie, vrienden of collega’s loopt niet zoals u graag zou willen. Of u haalt geen voldoening meer uit uw werk. Bepaalde zaken in uw leven blijven een rol spelen en u wilt daardoor niet geremd worden. Dan kunnen gesprekken met een psycholoog verhelderend werken. Een psycholoog kan u op nieuwe ideeën brengen en u (eventueel m.b.v. een onderzoek of assessment) inzicht geven in uw gedrag en het effect daarvan op anderen. Ook relatie- en gezinsgesprekken kunnen bij een psycholoog plaatsvinden.

De behandeling vindt plaats in de Basis – of Specialistische GGZ. Dit staat op uw verwijsbrief door de huisarts aangegeven. Vanwege de hoeveelheid aanmeldingen en de zomervakantieperiode is er een tijdelijke aanmeldstop. Indien u vragen heeft kunt u Psychologenpraktijk Nova bereiken op het contactnummer.

U kunt bij Psychologenpraktijk Nova terecht (vanaf 18 jaar) voor hulp bij verschillende veelvoorkomende problemen, zoals:
Angstklachten
Iedereen is wel eens ergens bang voor. Sterker nog, het kennen van angst is in evolutionair opzicht zeer nuttig. Angst stelt ons in staat om te vluchten in tijden van gevaar, bijvoorbeeld als ons huis in brand staat. Op het moment dat we angst ervaren bereidt ons lichaam zich voor om hier op te reageren; dit verhoogt onze overlevingskans. Mensen met een angststoornis ervaren deze paraatheid van hun lichaam echter in situaties waarbij dit niet nodig is, de angst is niet langer functioneel.

Wanneer wordt angst een probleem?
Het ervaren van angst kan dus functioneel zijn en er is dus niet altijd sprake van een probleem. Soms echter ervaren mensen irreële angsten die een belemmerend effect hebben op hun functioneren. Ze krijgen lichamelijke klachten en gaan de situaties waar ze bang voor zijn steeds vaker uit de weg. Zo kan een angstprobleem ontaarden in een angststoornis.

Wanneer kunnen we spreken van een angststoornis?
Ten eerste zijn er veel verschillende soorten angststoornissen, zoals specifieke fobieën (bijvoorbeeld voor spinnen of bloed), de sociale fobie (angst voor sociale beoordeling), de paniekstoornis (de angst voor lichamelijke sensaties zoals hartkloppingen), de dwangstoornis (bijvoorbeeld de angst dat er iets ergs gebeurt als bepaald gedrag niet wordt uitgevoerd) of de gegeneraliseerde angststoornis (piekeren over alledaagse dingen).
Ten tweede is het belangrijk dat er pas sprake is van een angststoornis als blijkt dat u niet meer normaal kunt functioneren door de aanwezigheid van de angst. Of men hier hulp voor zoekt zal dan ook afhangen van de subjectieve ernst van de klacht. Zo zal iemand met een kantoorbaan misschien weinig hinder ervaren van een spinnenfobie, terwijl een schoonmaker door een spinnenfobie misschien niet meer goed kan functioneren op zijn werk. Een angststoornis gaat gepaard met lichamelijke symptomen, zoals zweten, hartkloppingen, trillen, duizelig worden, misselijk zijn en het gevoel dat u dood gaat. De symptomen kunnen per persoon verschillen, maar vaak omschrijven mensen het als een onrustig en opgejaagd gevoel dat hen niet meer met rust laat.

Behandeling van angstklachten
Vaak worden bij de behandeling van angstklachten technieken uit de cognitieve gedragstherapie (CGT) gebruikt, waarbij de psycholoog samen met de cliënt gaat kijken naar het gedrag en de gedachten rondom deze angst. Meestal heeft de cliënt irrealistische gedachten over wat er zou kunnen gebeuren wanneer hij of zij zou worden blootgesteld aan datgene waar hij of zij zo bang voor is. Deze gedachten worden samen met de psycholoog onderzocht.

Exposure
Eén van de onderdelen van CGT kan in dit geval exposure zijn. Zo bestaat er exposure in vivo, wat betekent dat de cliënt stap voor stap wordt blootgesteld aan de gevreesde situatie, waardoor hij of zij kan ervaren dat zijn of haar voorspellingen niet uitkomen. Daarnaast bestaat er imaginaire exposure, wat ‘blootstelling in gedachten’ betekent.

Somberheid
Iedereen heeft wel eens een dip. Als de somberheid echter een langere tijd aanhoudt en men minder goed kan functioneren daardoor spreken we van een depressie. Een depressie is echter een ernstige ziekte die zowel het lichaam, de stemming als de gedachten beïnvloedt. Depressies kunnen erg verschillen in duur en ernst van de symptomen:

Stemming
Bij een depressie hoort een sombere of nerveuze stemming. Daarnaast ervaart men bij een depressie vaak een verlies van interesse en het gevoel nergens meer van te kunnen genieten. Verder kan men zich bij een depressie angstig of gespannen voelen.

Waarneming
Depressieve mensen schenken meer aandacht aan negatieve gebeurtenissen dan aan positieve gebeurtenissen. De positieve dingen worden genegeerd terwijl de negatieve dingen extra opvallen. Dit wordt ook wel selectieve perceptie genoemd.

Lichamelijk
Bij depressie kunnen ook vermoeidheid en slaapproblemen voorkomen. Bij de ernstigere vormen van depressie kan men last krijgen van een verlies van eetlust of juist de neiging om overmatig te eten, met gewichtsverlies of -toename als gevolg.

Gedachten
Mensen met een depressie hebben vaak een negatieve kijk op zichzelf, de wereld en de toekomst. Voorbeelden zijn gedachten als ‘Ik kan niets, ik ben waardeloos’ en ‘Ik word nooit meer gelukkig’. Daarnaast kan men last hebben van concentratieproblemen. Bij ernstigere vormen van depressie kan men gedachten aan suïcide hebben.

Gedrag
Depressiviteit kan ervoor zorgen dat u zich passiever gaat opstellen. Depressieve mensen tonen weinig initiatief en ondernemen geen plezierige activiteiten meer. Ook de sociale contacten worden vaak ernstig verwaarloosd.

Relaties
Depressief zijn heeft ook invloed op uw omgeving. Vaak zorgt het ervoor dat de relatie met uw partner en/of uw familie verslechtert. Dit komt onder andere doordat mensen die depressief zijn zich steeds meer terugtrekken. Het kan er ook toe leiden dat u slechter presteert op school of werk.

Behandeling van depressie
De behandeling van een depressie richt zich op de volgende onderdelen:

Activiteiten opbouwen
Veel mensen die zich somber en futloos voelen komen niet meer toe aan de dingen die ze vroeger wel deden. Hierdoor kunnen ze zich hopeloos gaan voelen. Ze missen ook de voldoening die ze vroeger uit de plezierige activiteiten haalden. Samen met een psycholoog kunt u een overzicht maken van activiteiten die u voldoening geven. Langzaamaan kunt u proberen een aantal activiteiten weer op te pakken en achteraf op te schrijven hoe die activiteiten zijn verlopen: kreeg u er een goed gevoel van, hoe gedroeg u zich, hoe had u graag gewild dat het ging?

Veranderen van negatieve gedachten die niet functioneel zijn
Sombere mensen benadrukken vaak de negatieve kant van situaties en zien niet dat de situatie ook positieve kanten kan hebben. In de behandeling worden deze negatieve gedachten getoetst en omgezet naar functionelere gedachten. Samen met de psycholoog gaat u gebeurtenissen bespreken en onderzoekt u de gedachten en gevoelens die u in die situaties had. Behulpzame vragen hierbij zijn: Waar baseert u de negatieve gedachte op, is er een alternatieve verklaring mogelijk, wat zou iemand anders die in dezelfde situatie zit denken, enzovoorts.

Training van sociale vaardigheden
Bij sommige mensen kan het belangrijk zijn om de sociale vaardigheden te trainen. Bijvoorbeeld wanneer ze ervaren dat contact met anderen niet zo verloopt als ze graag zouden willen. In een sociale vaardigheidstraining worden de gespreksvaardigheden getraind. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan het uiten van positieve gevoelens en aan assertiviteit. Er kan eventueel gebruik worden gemaakt van een rollenspel samen met de psycholoog.

Relaties verbeteren
Individuele begeleiding kan eventueel worden gecombineerd met systeemgesprekken. Systeemtherapie richt zich op de omgeving van de cliënt en op de relatie met zijn of haar omgeving. Zoals eerder genoemd kan een sombere stemming leiden tot relatieproblemen. In dat geval kan het zinvol zijn om de partner bij de behandeling te betrekken.

Werkstress of burnout
Burn-out, werkstress en overspannenheid zijn psychische problemen die arbeidgerelateerd zijn. Bij alle drie de problemen is er sprake van spanningsklachten, maar bij werkstress is iemand nog wel in staat zijn werk uit te voeren. Wanneer de spanningsklachten zo erg worden dat dat niet meer mogelijk is, spreken we van overspannenheid of burn-out. Het is moeilijk om overspannenheid en burn-out uit elkaar te houden, aangezien de symptomen vrijwel gelijk zijn. Over het algemeen wordt een burn-out als een ernstigere vorm van overspannenheid gezien, mede omdat het herstel bij een burn-out langer duurt dan bij overspannenheid. Een psycholoog kan u bij werkstress coachen om overspannenheid of burn-out te voorkomen, maar hij of zij kan u ook begeleiden als u dat stadium al gepasseerd bent. Tijdens uw burn-out kan een psycholoog uw re-integratietraject begeleiden en erna kan hij of zij u helpen een terugval te voorkomen.

Symptomen
Uitputting

Een burn-out ontstaat vaak doordat er te veel werkdruk is. Er wordt te veel van u verwacht, of er zijn spanningen op het werk. Deze spanningen zorgen ervoor dat men zich steeds slechter gaat voelen en steeds vermoeider raakt, maar toch doorgaat met werken totdat het niet meer gaat. Vervolgens voelt men zich totaal uitgeput.

Pijn
Wanneer iemand een burn-out heeft kan diegene naast uitputting ook last hebben van pijn in zijn of haar lichaam als gevolg van de spanning. Hierbij kunt u denken aan hoofd-, rug-, nek-, schouder- en gewrichtspijn.

Concentratie- en slaapproblemen
Een burn-out kan leiden tot concentratieproblemen. Ook problemen met slapen komen veel voor bij een burn-out. Daarnaast piekeren mensen met een burn-out veel.

Emotionele houding
Vaak is iemand met een burn-out ook extra gevoelig of prikkelbaar, waardoor een conflict dat vroeger snel opgelost zou zijn, nu volledig uit de hand kan lopen. Een burn-out heeft ook invloed op het zelfvertrouwen; mensen met een burn-out hebben minder vertrouwen in hun eigen professionaliteit en ontwikkelen een negatieve houding ten opzichte van zichzelf en het werk.

Behandeling
Geleidelijke activiteit en ontspanning

Doordat mensen met een burn-out zich uitgeput voelen, doen ze vrijwel niets meer. Uit bed komen kan al als een hele opgave voelen. Daarom is het belangrijk om geleidelijk weer actief te worden. Samen met een psycholoog kan een lijst van activiteiten worden gemaakt. Bezigheden die rust en ontspanning bieden, maar ook activiteiten die zorgen voor een betere conditie. Voorbeelden zijn wandelen, fietsen, lezen, muziek luisteren, et cetera. Door de conditie door middel van sporten weer op te bouwen, wordt het gevoel van vermoeidheid uiteindelijk minder. Het is wel belangrijk dat het sporten wordt afgewisseld met ontspannende activiteiten die minder energie kosten.

Beter slapen
Slaapproblemen kunnen met een aantal simpele regels grotendeels worden verholpen. Probeer op een vast tijdstip te gaan slapen en op te staan en vermijd overdag slapen. Zo bouwt u weer een normaal dag- en nachtritme op. Zorg er daarnaast voor dat u in de slaapkamer geen televisie kijkt zodat de slaapkamer echt gekoppeld wordt aan slapen. Probeer in bed aan plezierige dingen te denken en uw piekergedachten los te laten. En zorg ervoor dat u voor u gaat slapen iets ontspannends doet. Eventueel kan een psycholoog u een aantal ontspanningsoefeningen leren.

Spanning vroeg herkennen
Wanneer het werk langzaam weer wordt opgepakt is de kans groot dat de persoon met een burn-out vrijwel meteen weer last krijgt van spanning en moeilijkheden op het werk. Daarom is het belangrijk om signalen van spanning vroeg te herkennen. Samen met een psycholoog kun u situaties bespreken waarin u zich erg gespannen voelde om vervolgens signalen proberen te herkennen die wijzen op spanning. Een voorbeeld van een signaal kan pijn in u schouders of hoofdpijn zijn. Vervolgens kunt u met de psycholoog bedenken wat u voortaan gaat doen als u zo’n signaal bij uzelf opmerkt. Een voorbeeld van een reactie op een spanningssignaal is om buiten even een korte wandeling te maken.

Minder eisen stellen
Mensen met een burn-out stellen zichzelf vaak veel eisen. Ze mogen van zichzelf nooit een fout maken en hebben het gevoel dat het werk koste wat kost af moet. De psycholoog zal proberen erachter te komen wat de achterliggende gedachten zijn van deze hoge eisen en zal de mogelijkheden proberen te onderzoeken om de eisen iets minder streng te maken. Vaak trekken mensen met een burn-out ook werk van anderen naar zich toe en voelen ze zich verantwoordelijk voor het slagen van het bedrijf. In het traject wordt hier aandacht aan besteed en wordt besproken tot hoever de verantwoordelijkheid van de cliënt gaat, wat nog tot zijn of haar werk behoort en wat niet.

Werkhervatting en tijdsplanning
Uiteindelijk komt er een moment in de behandeling waarop de cliënt zijn of haar werk weer gaat oppakken. Vaak begint iemand met een burn-out geleidelijk weer met werken, onder begeleiding van een psycholoog. Samen met de psycholoog kan worden besproken hoe de dagen zijn verlopen en waar het wel en niet goed ging. Er kan ook aandacht worden besteed aan het maken van een tijdsplanning, zodat er een goede balans blijft bestaan tussen werk en ontspanning, en te veel of te lang doorwerken kan worden voorkomen.

Gesprek met leidinggevende
Soms is het handig dat de cliënt een gesprek met zijn of haar leidinggevende aangaat, omdat er dingen moeten veranderen in het werk. Bijvoorbeeld omdat het niet duidelijk is wat zijn of haar functie en taken zijn, of omdat er meer taken bij de functie horen dan hij of zij aankan. Indien gewenst kan de psycholoog bij gesprek aanwezig zijn.

Relatieproblemen
In iedere relatie is er wel eens een meningsverschil, een dipje of een periode waarin je zelf niet zo lekker in je vel zit. Toch betekent dit niet meteen dat er sprake is van een relatieprobleem. Als ruzies echter de overhand krijgen, er te veel afstand tussen beide partners ontstaat of geen verbinding meer voelt en u er samen niet meer uitkomt, kan relatietherapie uitzicht bieden.

Communicatie
Binnen alle menselijke relaties is communicatie een zeer belangrijke factor. We communiceren op allerlei manieren, door te praten, met behulp van lichaamstaal en tegenwoordig ook steeds vaker via media. Op al deze gebieden kan miscommunicatie ontstaan, waar weer een meningsverschil of ruzie uit kan voortkomen. Wanneer je met elkaar communiceert over het communiceren (meta-communicatie), kan dit voorkomen dat een eenvoudige ruzie ontaardt in een relatieprobleem.

Verwachtingen
In een relatie hebben beide partners bepaalde verwachtingen, die soms sterk van elkaar kunnen verschillen. Wanneer een verschil in verwachting heel belangrijk wordt gevonden door één of beide partners, kan dit relatieproblemen veroorzaken.

Emotionele balans
Emoties zijn de basis voor het delen van gedachten en gevoelens. De ene persoon is hier heel extravert in, terwijl de ander zijn emoties liever voor zich houdt. Een goede emotionele balans zorgt ervoor dat beide partijen het gevoel hebben elkaar evenveel te leren kennen. Wanneer één van beide partners het gevoel heeft dat er geen goede emotionele balans bestaat kan dit voor problemen zorgen.

Overspel
Helaas gebeurt het soms ook dat één van beide partners vreemd gaat. Het spreekt voor zich dat dit voor problemen kan zorgen binnen een relatie. Vaak leidt overspel tot echtscheiding, maar dit hoeft zeker niet altijd het geval te zijn. Het kan ook een reden zijn om samen te gaan werken aan de relatie.

Relatietherapie
Behandelingen van relatieproblemen zijn heel divers en afhankelijk van het probleem waarvoor men zich aanmeldt. De therapie zal er in elk geval grotendeels op gericht zijn om te ontdekken hoe de verhoudingen binnen de relatie liggen en welke verwachtingen er van elkaar zijn. Wanneer blijkt dat er problemen zijn in de communicatie, kan een psycholoog hierbij hulp bieden. Ook kan een psycholoog helpen om verwachtingen bespreekbaar te maken en hier mogelijk een middenweg in te vinden. Altijd zal de behandeling gericht zijn op het opnieuw helpen zoeken en stimuleren van verbinding en de veiligheid en affect naar elkaar weer te vergoten.

Wanneer blijkt dat één van de twee partners of beide een persoonlijk probleem heeft, kan individuele begeleiding naast de relatietherapie uitkomst bieden.

Rouw
Symptomen van rouw
Emotionele problemen

Rouw is een reactie van een persoon op een verlies. Het verlies van een dierbare door overlijden kan uiteenlopende gevoelens oproepen. Deze gevoelens kunnen te maken hebben met het verlies van de persoon zelf, zoals verdriet om het gemis en de herinneringen aan de persoon. Ook het opmerken van het verschil tussen hoe het leven was toen de overleden persoon nog leefde en hoe het leven nu is kan gevoelens van rouw oproepen. Mensen kunnen boos zijn op de overledene, of wanhopig omdat ze het leven zonder hun dierbare niet meer de moeite waard vinden.

Praktische problemen
Naast emotionele problemen kan een rouwende ook geconfronteerd worden met praktische problemen. Denk bijvoorbeeld aan een ouder die zijn of haar partner verliest en alleen achterblijft met jonge kinderen, of een oudere moeder of vader die zorg nodig heeft omdat hij of zij alleen is komen te staan door het verlies van de partner.

Wereldbeeld
Het verlies van een dierbare kan gevolgen hebben voor de manier waarop men naar de wereld kijkt. Vooral wanneer iemand heel plotseling of op jonge leeftijd overlijdt, blijven naasten achter met het idee dat de wereld onrechtvaardig is en niet klopt. Men gaat op zoek naar verklaringen voor wat er is gebeurd. Soms is het voor mensen onmogelijk te accepteren dat hun dierbare er niet meer is. Vaak weten ze dan wel dat de persoon is overleden, maar beseffen ze het niet goed.

Vermijding
Wanneer iemand moeilijkheden heeft met het accepteren van het verlies kan hij of zij proberen de realiteit te vermijden door gevoelens en gedachten over die persoon te onderdrukken. Plaatsen vermijden, zoals het graf van de overledene, is ook een vorm van vermijdingsgedrag.

Begeleiding bij rouw
Aanvaarding

Om het verlies te verwerken is het belangrijk dat de persoon gaat aanvaarden dat het verlies heeft plaatsgevonden. De psycholoog zal ruimte geven aan het verdriet en de cliënt laten vertellen over het verlies en zijn of haar ervaring. Er zal veel aandacht worden besteed aan herinneringen aan de overleden persoon en aan andere gevoelens die soms boven komen, zoals boosheid (‘waarom heb je me verlaten?’) of angst (‘ik kan niet zonder jou leven!’).

Vermijdingsgedrag stoppen
Zoals eerder vermeld kan iemand die rouwt verschillende vormen van vermijdingsgedrag vertonen. In de behandeling zal de psycholoog de persoon confronteren met de dingen die vermeden worden. Wanneer de persoon tijdens het gesprek verdrietig wordt, zal dit gevoel niet worden vermeden door het te onderdrukken, maar zal de psycholoog juist vragen om ‘bij het verdriet te blijven’. Er wordt gevraagd om gedetailleerd over herinneringen te praten, zodat gedachten over de overledene niet meer onderdrukt worden. Uiteindelijk zal ook worden gevraagd om plaatsen op te zoeken die voorheen vermeden werden, zoals het graf van de overledene. Het is hierbij heel belangrijk dat de persoon de psycholoog vertrouwt en begrijpt dat de blootstelling aan gevoelens, gedachten en plaatsen stap voor stap gebeurt, waarbij de psycholoog er is om ondersteuning te bieden bij deze stappen.

Aandacht voor de toekomst
Mensen die rouwen hebben vaak het idee dat ze pas weer actiever kunnen worden als ze minder verdrietig zijn over het verlies. Het is echter beter om dit om te draaien; actief zijn leidt vaak juist tot een betere stemming. Samen met de psycholoog worden er doelen voor de toekomst opgesteld en wordt er gekeken hoe deze doelen bereikt kunnen worden. Ook wordt er aandacht besteed aan dingen die deze doelen in de weg kunnen staan en samen nagedacht over manieren om dit op te lossen.

Aanpassing in plaats van verwerking
Veel mensen die rouwen, ervaren rouw als iets wat nooit helemaal over gaat. Lang na het verlies kunnen er moeilijke momenten zijn. Soms wordt er wel gesproken over een aanpassing aan het verlies, in plaats van een complete verwerking van het verlies. Dit betekent echter niet dat de rouwgevoelens altijd even sterk blijven. De gevoelens worden minder sterk, en uiteindelijk raakt men gewend aan het leven zonder de persoon die hij of zij verloren heeft.

Sommige mensen zijn niet zo snel geneigd om te hulp te zoeken bij hun verwerkingsproblemen, omdat ze het idee hebben dat het verdriet er nu eenmaal bij hoort. Een psycholoog kan echter helpen om het verlies van een dierbare op een goede manier te verwerken en vertrouwen te krijgen in de toekomst.

Slaapproblemen
De meeste mensen genieten ’s nachts van hun welverdiende rust. Toch is er een grote groep die problemen heeft met goed slapen. Ongeveer 20-30% van de Nederlanders heeft slaapproblemen. Verschillende slaapproblemen komen hierbij voor. Mensen slapen niet of amper, dromen angstig, denken dat ze stikken of schoppen zonder dat ze het willen met hun benen. Ruwweg kan bij de slaapstoornissen een onderscheid gemaakt worden tussen te veel of juist te weinig slaap. In beide gevallen is de persoon overdag erg moe.

Behandeling
In een behandeling kan worden onderzocht welke factoren van invloed zijn op de slaapproblemen en kan worden gezocht naar maatregelen om een goede nachtrust te bewerkstelligen.

Agressie en woede
Op zichzelf zijn boosheid en woede gezonde emoties, die aangeven dat er een grens is bereikt of zelfs overschreden. Als mensen op een constructieve manier met hun boosheid kunnen omgaan hoeft woede niet tot problemen te leiden. Wanneer iemand duidelijk zijn of haar grenzen aan kan geven, goed voor zichzelf kan opkomen en aan kan geven waar hij of zij behoefte aan heeft, noemen we zo iemand assertief en dat is gezond.

Maar assertiviteit kan doorslaan en ontaarden in agressie en dan ontstaat er vaak impulsief en ongewenst gedrag. Sommige mensen hebben zichzelf niet in de hand en verliezen de controle als ze woedend worden. Ze krijgen een driftbui en denken niet na voordat ze nare dingen gaan zeggen of doen. Vaak noemen ze zichzelf ‘temperamentvol’ of ze zeggen dat ze nu eenmaal een kort lontje hebben. Dat impliceert dat hun omgeving er maar mee moet leren leven omdat er niets aan te doen zou zijn. Gelukkig is dat niet het geval.

Agressiebeheersing of woedebeheersing
Lichamelijk of geestelijk geweld is een vorm van ongewenst gedrag en dat is heel goed af te leren. Een psycholoog kan u trainen in impulsbeheersing, ook wel agressiebeheersing of woedebeheersing genoemd. Tijdens de behandeling krijgt u diverse handvatten aangereikt om te leren omgaan met uw woede. U leert onder andere wat uw zogenaamde risicosituaties zijn en hoe u deze kunt vermijden. Daarnaast leert u technieken om te voorkomen dat u de controle verliest en wat u kunt doen als dat toch dreigt te gebeuren.

Hulp bij agressie en woede
Bij het leren omgaan met agressie en woede is motivatie en ondersteuning van een psycholoog erg belangrijk. Maar ook als iemand in uw omgeving agressief of gewelddadig gedrag vertoont kunt u vaak wel wat hulp gebruiken.

Autisme (in uw omgeving)
Autisme is een stoornis in de hersenen. Het komt er kort gezegd op neer dat iemand met autisme informatie anders verwerkt in vergelijking met mensen zonder autisme. Wanneer men een partner, kind, ouder of iemand anders in de omgeving heeft met autisme, is de communicatie met diegene meestal ingewikkeld. Iemand met autisme en/of de omgeving van iemand met autisme kan vaak wel wat hulp gebruiken om te leren hoe men het beste met zo iemand om kan gaan.

Ontwikkelingsstoornis
Autisme is een ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat autisme vanaf de geboorte aanwezig is bij iemand en dat het vanaf de ontwikkeling al beïnvloedt hoe iemand denkt of reageert. Dit betekent echter niet dat er ook direct problemen aanwezig moeten zijn. Soms komen mensen pas op latere leeftijd achter deze diagnose. Deze mensen melden zich dan vaak met klachten wanneer het hen niet lukt om te gaan met een nieuwe situatie (zoals ontslag, met pensioen gaan). Klachten die verder vaak naar voren komen zijn dat mensen zich onhandig voelen in sociale situaties, of moeite hebben om sociale contacten te hebben en onderhouden. Bij kinderen speelt veel vaker het ‘anders zijn’ een rol.

Verwerking
Mensen met autisme verwerken informatie anders dan mensen zonder autisme dat doen. Vaak wordt gezegd dat iemand met autisme alle prikkels veel intensiever beleeft. Zo komen geluiden, beelden en geuren veel sterker binnen, wat maakt dat het veel meer energie kost om dit ook allemaal te verwerken.

Theory of Mind (ToM)
De theory of mind geeft weer hoe goed het iemand lukt om zich in te leven in de gedachten, gevoelens, ideeën en bedoelingen van andere mensen. Deze empathie zorgt ervoor dat wij zonder (of met weinig) problemen kunnen communiceren met anderen. Zo leiden we in een gesprek vaak al veel af uit gezinsuitdrukkingen, de zogenaamde non-verbale communicatie. Mensen met een autisme vinden dit vaak erg lastig en ervaren daarom soms moeilijkheden in sociale situaties.

Centrale Coherentie
De centrale coherentie gaat ervan uit dat mensen het vermogen hebben om binnenkomende informatie globaal en binnen een context te verwerken. Wanneer we een kamer binnenkomen dan zien we vaak de globale dingen, als de bank, stoelen, een mooi schilderij, maar uiteindelijk voegen we dat automatisch samen als het concept ‘woonkamer’. Bij mensen met autisme verloopt dit wat lastiger. Wanneer zij een woonkamer binnenkomen krijgen zij erg veel prikkels. Het lukt hen echter vaak niet om alles wat ze zien globaal te verwerken en samen te voegen. Vaak zien mensen met autisme heel veel details, maar moeten zij moeite doen om deze samen te voegen tot het concept ‘woonkamer’.

Executief functioneren
Onder het executief functioneren worden hogere hersenfuncties verstaan, zoals het stap-voor-stap plannen of impulscontrole. Bij mensen met autisme lijkt dit proces verstoord te zijn. Er is daardoor veel behoefte aan structuur, omdat zij het lastig vinden deze structuur zelf aan te brengen.
Er bestaat geen behandeling of medicatie om autisme te ‘genezen’. Een psycholoog kan u echter wel helpen om met uw autisme te leren leven.

SOVA-training
De SOVA-training staat voor sociale vaardigheidstraining. Deze training is erop gericht om mensen sociale vaardigheden aan te leren. Juist omdat sociale contacten vaak moeizaam verlopen, kan het erg nuttig zijn om hiermee te oefenen.

ToM-training
Deze training is ervoor bedoeld om mensen met autisme bewust te maken van de gevoelens, intenties en gedachten van anderen en hoe zij deze kunnen herkennen en gebruiken.

Psycho-educatie
Vaak is een probleem rondom autisme ook dat mensen niet goed weten wat het betekent dat ze autisme hebben, of dat hun kind autisme heeft. Door hier goede voorlichting over te geven, neemt de negatieve lading die het woord ‘autisme’ heeft af.

Persoonlijkheids­problematiek
Ieder mens heeft zo zijn karaktereigenschappen en eigenaardigheden. We spreken pas van een persoonlijkheidsstoornis als u last hebt van deze eigenaardigheden. Als uw relaties, werk en verdere leven er zozeer onder lijden dat u niet goed kunt functioneren.

Persoonlijkheidsstoornissen worden in drie clusters verdeeld. Vaak is het zo dat mensen meerdere kenmerken van een persoonlijkheidsstoornis vertonen, maar niet voldoende om van een persoonlijkheidsstoornis te spreken.

Symptomen cluster A persoonlijkheidsstoornissen
Cluster A wordt vaak het vreemde, excentrieke cluster genoemd. Mensen die een stoornis binnen dit cluster hebben zullen niet zo snel contact met anderen zoeken en zijn vaak alleen. Daardoor raken ze vaak in een isolement. Deze mensen zullen ook niet snel psychologische hulp zoeken. Binnen dit cluster zijn er drie persoonlijkheidsstoornissen: de paranoïde, schizoïde en schizotypische persoonlijkheidsstoornis.
Iemand met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis heeft de overtuiging dat mensen over het algemeen niet te vertrouwen zijn. Hierbij zal hij of zij vaak het idee hebben dat de ander erop uit is om hem of haar iets aan te doen. Daardoor voelen personen met deze persoonlijkheidsstoornis zich vaak heel angstig en kwetsbaar. Mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis zijn niet vergevingsgezind en zullen kritiek al snel erg persoonlijk opvatten.
Iemand met een schizoïde persoonlijkheidsstoornis heeft geen behoefte om hechte relaties met anderen aan te gaan. Mensen die hieraan lijden zijn vaak alleen en vinden dat ook prettig. Het isolement waar ze vaak in zitten is een bewuste keuze. Complimenten of kritiek van anderen raken hen niet, en ze komen in het contact met anderen wat afstandelijk en kil over.
Iemand met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis voelt zich in het contact met anderen vaak erg ongemakkelijk en angstig. Anderen zullen deze personen vaak omschrijven als vreemd of excentriek, omdat ze vaak vreemde en/of magische gedachten hebben en op een vreemde (wijdlopige, vage en gedetailleerde) manier praten. Ook kunnen personen met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis er vreemd uitzien. Bovendien zijn ze vaak achterdochtig en hebben ze naast hun eigen familie meestal weinig hechte relaties.

Symptomen cluster B persoonlijkheidsstoornissen
Cluster B wordt vaak het dramatische, emotionele, impulsieve cluster genoemd. Mensen met een persoonlijkheidsstoornis uit cluster B vinden het heel moeilijk om hun impulsen en emoties te beheersen. Dit uit zich in impulsieve acties waarbij er geen rekening wordt gehouden met de eigen veiligheid of de veiligheid van anderen. Doordat hun emoties nogal onvoorspelbaar zijn en ze in hun impulsieve reacties weinig rekening houden met anderen zijn ze vaak slecht in het onderhouden van stabiele relaties. Binnen dit cluster zijn er vier persoonlijkheidsstoornissen; de borderline, antisociale, narcistische en theatrale persoonlijkheidsstoornis.
Iemand met een borderline persoonlijkheidsstoornis heeft met name last van zijn of haar eigen emoties. Die worden als heel intens en plotseling ervaren waardoor men er geen weerstand aan kan bieden. Deze sterke, oncontroleerbare emoties hebben veel invloed op het gedrag. Mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis hebben de intense angst om verlaten te worden en denken vaak erg zwart-wit. Ze hebben heftige stemmingswisselingen en dreigen vaak dat ze zichzelf zullen beschadigen of zelfmoord zullen plegen. Doordat ze moeite hebben met het beheersen van hun impulsen vertonen ze vaak impulsief en gevaarlijk gedrag zoals agressieve woede-uitbarstingen, verslavingsgedrag, onveilig seksueel gedrag enzovoorts.
Iemand met een antisociale persoonlijkheidsstoornis heeft geen respect voor anderen en zal de rechten van anderen vaak schenden. Mensen met deze stoornis zijn roekeloos, oneerlijk en snel boos en agressief. Ze zullen gemakkelijk de wet overtreden en hebben de neiging hun eigen gedrag goed te praten en geen spijt te tonen. Ze hebben geen plannen voor de toekomst en zijn vaak impulsief en niet in staat om een gestructureerd leven te leiden.
Iemand met een narcistische persoonlijkheidsstoornis vindt zichzelf fantastisch en belangrijk en denkt vaak na over succes, macht, schoonheid of de perfecte liefde. Personen met deze persoonlijkheidsstoornis vinden dat ze zelf speciaal en uniek zijn en dat alleen mensen die ook speciaal zijn hen kunnen begrijpen. Hierdoor denken ze dat ze een voorkeursbehandeling verdienen. Ze zijn vaak jaloers op anderen of denken juist dat anderen jaloers op hen zijn. Anderen zullen deze mensen over het algemeen omschrijven als arrogant.

Symptomen cluster C persoonlijkheidsstoornissen
Cluster C wordt vaak het angstige cluster genoemd. Mensen met een stoornis binnen dit cluster vermijden sociale contacten, gedragen zich dwangmatig en zijn niet zelfstandig. Binnen dit cluster zijn er drie persoonlijkheidsstoornissen; de afhankelijke, ontwijkende en obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis.
Iemand met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis denkt dat hij of zij minder waard is dan anderen en voelt zich waardeloos en hulpeloos. Mensen die lijden aan deze stoornis cijferen zichzelf weg en stellen zich afhankelijk op. Ze kunnen geen alledaagse beslissingen nemen zonder de hulp van anderen en kunnen niet de verantwoordelijkheid voor hun eigen leven nemen. Het zelfvertrouwen van deze mensen is erg laag en ze zijn bang om aan hun lot overgelaten te worden. Personen met deze persoonlijkheidsstoornis zullen constant verzorging, hulp en steun van anderen vragen en het gevoel hebben hier niet zonder te kunnen.
Iemand met een ontwijkende persoonlijkheidsstoornis wil wel graag contact met anderen maar vermijdt dit omdat hij of zij erg bang is voor kritiek, afkeuring of afwijzing. Personen die lijden aan deze stoornis voelen zich vaak onaantrekkelijk en slechter dan een ander. Ze willen zeker weten dat anderen hen aardig vinden. Wanneer ze dit niet zeker weten vinden ze het contact moeilijk en zullen ze dit dan ook vermijden.
Iemand met een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis is extreem perfectionistisch en hecht heel veel waarde aan details. Alles moet ordelijk en netjes zijn en gaat volgens regels, lijstjes en schema’s. Deze mensen zijn vaak koppig en star en vaak ook gierig. Samenwerken met anderen is vrijwel onmogelijk, omdat alles precies moet gaan zoals zij dat willen.

Begeleiding bij persoonlijkheidsproblemen
Bij de begeleiding bij persoonlijkheidsproblemen worden eerst de gedragspatronen in kaart gebracht. Daarbij wordt gekeken hoe de persoon zich over het algemeen gedraagt, waarom dit niet functioneel is, waar het patroon vandaan komt en welk nieuw patroon er voor in de plaats kan komen. Inzicht in de eigen persoonlijkheid is de eerste stap, en dit zal bij de ene cliënt gemakkelijker gaan dan bij de andere. Sommige mensen zien niet in dat ze een probleem hebben en denken dat het aan anderen ligt. Het kan veel tijd en moeite vergen om de persoon inzicht te geven in zijn of haar eigen probleem. Vervolgens worden er handvatten aangeleerd om met de problemen om te gaan, en wordt er geprobeerd om een nieuw gedragspatroon aan te leren. Bij persoonlijkheidsproblematiek geeft het oude gedragspatroon een veilig gevoel en is dit patroon als het ware ‘vastgeroest’. Daarom is er veel oefening nodig om een nieuw gedragspatroon eigen te maken.

Hulp bij persoonlijkheidsproblemen?
Zoals eerder vermeld hoeft er bij persoonlijkheidsproblematiek niet altijd sprake te zijn van een persoonlijkheidsstoornis. Het is ook mogelijk dat u voortdurend tegen een bepaalde karaktereigenschap van uzelf aanloopt en dat deze eigenschap u belemmert in uw functioneren. Ook dan kunt u veel baat hebben bij gesprekken met een psycholoog, waarin u inzicht krijgt in uw persoonlijkheid en in de effecten die u op anderen hebt. De psycholoog kan u leren uw sterke eigenschappen optimaal te benutten en uw minder sterke kanten te verbeteren of de nadelen ervan te beperken.

Er zijn ook problemen waarvoor u niet bij de praktijk terecht kunt, omdat deze een meer intensieve en specialistische behandeling vergen, zoals ernstige verslavingen, eetstoornissen, psychoses en suïcidaliteit.